Home en Trends - Editie 99 - 2022

De fiscus voert al enkele jaren strijd tegen bedrijfsleiders, die zichzelf kosteloos vastgoed ter beschikking stellen via hun vennootschap. De vennootschap trekt dan alle uitgaven voor deze woning af als beroepskosten. De bedrijfsleider betaalt via de personenbelasting een beperkt forfait. Het hof van beroep in Gent beslecht de strijd in het nadeel van de fiscus. Standpunt van de fiscus Volgens de ‘bezoldigingstheorie’ zijn de uitgaven, die een (management) vennootschap maakt voor het kosteloos ter beschikking stellen van een onroerend goed aan haar bedrijfsleider, aftrekbaar als beroepskost. Op voorwaarde dat de bedrijfsleider werkelijke prestaties levert voor de vennootschap en deze laatste haar bedrijfsleider met het voordeel van alle aardwenst te bezoldigen. Het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof bevestigen het bestaan van de ‘bezoldigingstheorie’. De toepassing van deze nochtans duidelijk afgebakende theorie lag al langer onder vuur bij de fiscale administratie. Zelfs wanneer het niet ter discussie staat dat de betrokken bedrijfsleider werkelijke prestaties levert voor de vennootschap. De fiscus verwerpt ook in dat geval de aftrek van de uitgaven die de vennootschap maakt. Ze argumenteert dan dat er een disproportionaliteit bestaat tussen het in de personenbelasting belastbare voordeel van alle aard en de kosten die gemaakt zijn door de vennootschap om het voordeel van alle aard te verschaffen. “Het stoorde de fiscale administratie dat de vennootschap haar belastbare grondslag in de vennootschapsbelasting kon verkleinen door een mooi voordeel te verstrekken aan de bedrijfsleider” Baanbrekend arrest In een nieuw arrest verkregen door Lauwers Fiscale Advocaten maakt het hof van beroep te Gent brandhout van de bezwaren van de fiscale administratie. Volgens het hof kunnen er geen extra voorwaarden gekoppeld worden aan de toepassing van de bezoldigingstheorie, zodra vastgesteld is dat een bedrijfsleider werkelijke prestaties heeft geleverd voor een vennoot- schap. En op voorwaarde dat de vennootschap de bedrijfsleider hiervoor vergoedt met een voordeel van alle aard. De toevoeging van omhet evenwelke andere voorwaarde zou neerkomen op een verboden opportuniteitsoordeel. “Dat de forfaitaire aftrek van het voordeel van alle aard in de personenbelasting niet in verhouding staat met de omvang van de kosten die de vennootschap draagt, doet volgens het hof niet ter zake aangezien de wet hierover geen enkele voorwaarde stelt.” Fiscus verliest strijd tegen gratis vastgoed voor bedrijfsleiders

RkJQdWJsaXNoZXIy MzE2MjE=